Jos Verdegem (1897-1957) groeide op in de Gentse havenwijk in een familie zonder artistieke traditie. Aan de academie, waar hij een opleiding als huisschilder volgde, werd zijn uitzonderlijke tekentalent al snel opgemerkt. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd hij oorlogsvrijwilliger en maakte hij deel uit van de 'Section artistique de l'Armée', waar beeldende kunstenaars het frontleven vastlegden. Na de oorlog vestigde hij zich in Parijs. Hij vond er onder meer inspiratie in het circusleven, maar vooral in de musea waar hij 'les anciens' bestudeerde. Zijn werk kon er op grote waardering rekenen. Persoonlijke en collectieve tentoonstellingen in Parijse galerijen volgden elkaar in snel tempo op. In 1929 keerde hij terug naar Gent waar hij van 1932 tot aan het einde van Tweede Wereldoorlog leraar was aan de academie. Zijn werk getuigt van een sterke persoonlijkheid, originele visie en een herkenbare stijl. Het (Vlaamse) expressionisme en het animisme dat vele van zijn tijdgenoten aanhingen, wees hij resoluut van hand. Hij ging op zoek naar een eigen realistische vormentaal. Zijn benadering sluit aan bij de fenomenologie, waarbij waarneming leidt tot authentieke subjectieve ervaring. Zijn monumentalisme, geïnspireerd door Rubens, weerspiegelt zijn humanistische overtuigingen. Experimenten met collages, fotografie en diverse materialen, maar ook met vormgeving en kleurgebruik tijdens zijn 'période vache' (1946-1953), kenmerken zijn rijke en gevarieerde oeuvre.