Parijs, 1799. In de turbulente tijd van de Franse Revolutie is Joseph Boulogne ernstig gewond teruggekeerd uit Saint Domingue, waar hij vocht tegen de kolonisten voor de afschaffing van de slavernij. Al stervende kijkt hij terug en vraagt zich af: heb ik genoeg gedaan?
Joseph, zoon van een blanke plantage-eigenaar en een vrijgekochte slavin, groeide op in Parijs en ontwikkelde zich tot een uitstekend violist, geroemd componist, gevierd schermer en hij was bovendien geliefd bij de vrouwen. Ondanks zijn succes hield hij het gevoel nooit echt bij de blanke elite te hebben gehoord. Met tweehonderdvijftig vrijwilligers besluit hij naar Saint Domingue te trekken om op te komen voor de rechten van de slaven. Het zal een strijd voor zijn eigen leven worden.
Op meesterlijke wijze voert Mulder de lezer aan de hand van het leven van Joseph Boulogne mee naar het Frankrijk van de achttiende eeuw. Rijkdom en armoede, liefde, verlies, vernedering en erkenning wisselen elkaar in hoog tempo af. Het resulteert in een aangrijpend verhaal over muziek, avontuur en tumult.