Joseph, zoon van een blanke plantage-eigenaar en een vrijgekochte slavin, groeide op in Parijs en ontwikkelde zich tot een uitstekend violist, geroemd componist, gevierd schermer en hij was bovendien geliefd bij de vrouwen. Ondanks zijn succes hield hij het gevoel nooit echt bij de blanke elite te hebben gehoord. Met tweehonderdvijftig vrijwilligers besluit hij naar Saint Domingue te trekken om op te komen voor de rechten van de slaven. Het zal een strijd voor zijn eigen leven worden.