De Nederlandsche Jaarboeken vernieuwden het politieke medialandschap in Nederland tussen 1750 en 1850. In maandelijkse afleveringen publiceerden zij een overzicht van politiek en maatschappij, drukten zowel officiële documenten als lokale ooggetuigenverslagen af en maakten gebruik van een netwerk van correspondenten. Naast nieuws over heel het land gaven zij commentaar. Daarin toonden zij zich kritisch en verlicht waar het wetenschap en samenleving betrof en waren zij voorstander van een objectiverende journalistiek. Zij verzetten zich principieel tegen de politisering van de pers in de Patriottentijd. In de Bataafse Republiek ondermijnden de toegenomen openbaarheid en de concurrentie van andere politieke periodieken hun positie. Na 1813 voorzag het dagblad in politiek nieuws, commentaar en discussie. De in dit boek beschreven geschiedenis van opkomst en ondergang van de Nederlandsche Jaarboeken laat dus ook de geboorte zien van de politieke pers in de negentiende eeuw.