Omdat haar vader gaat samenwonen, moet de Vlaamse Nadia verhuizen naar Nederland. Het lukt haar niet om haar plek te vinden in de nieuwe omgeving. Haar accent alleen al geeft aanleiding tot pesten. Het begint in de klas, op het schoolplein en op straat. Daarna gaat het verder thuis, via de computer en sms. Op school ontstaat een ware haatcampagne. Thuis kan ze niet terecht. Haar moeder is al enkele jaren op wereldreis om haar innerlijke ik te zoeken. Haar vader heeft het te druk met zijn nieuwe liefde. Nadia belandt in een vreemd land, op een vreemde school met vreemde klasgenoten. Haar nieuwe moeder is vreemd, haar stiefbroer is vreemd en haar vader doet vreemd. Ze mist haar moeder en voelt zich alleen en niet begrepen. Aan wie moet ze hulp vragen? Nadia kwijnt weg. Ze mijmert over de vraag of ze gemist zou worden. Wat doet ze nog op deze wereld?
Judas gaat over pesten. Helen Vreeswijk benadert het onderwerp ook vanuit het standpunt van de 'meeloper', die gewrongen zit tussen de pester en het slachtoffer. Dat maakt het verhaal heel bijzonder en uniek.
Judas gaat over pesten. Helen Vreeswijk benadert het onderwerp ook vanuit het standpunt van de 'meeloper', die gewrongen zit tussen de pester en het slachtoffer. Dat maakt het verhaal heel bijzonder en uniek.