Het is 1839 en de achttienjarige Julia Bentinck van Thoringen heeft haar debuut gemaakt in het sociale leven van de adel. Dat betekent dat ze klaar is om te trouwen en haar moeder Anna en vader Simon hebben al diverse geïnteresseerde jongemannen verwelkomd op hun landgoed Vechtlust. De perfecte huwelijkskandidaat zit er nog niet tussen, maar Julia maakt zich geen zorgen. Een echtgenoot zal vanzelf wel komen en tot die tijd vermaakt ze zich met schilderen, paardrijden en haar vele vriendinnen.
Maar dan slaat het noodlot toe: volkomen onverwacht overlijdt Simon. Julia is intens verdrietig, maar veel tijd om te rouwen is er niet omdat ze nu samen met haar moeder het landgoed moet besturen. Julia’s dagen worden gevuld met handelscontracten en de boekhouding, en niet meer met huwelijkskandidaten. Als een nieuwe crisis zich aandient, arriveert een bijzondere gast op Vechtlust. Deze vrouw lijkt met goed advies uitkomst te bieden, maar heeft zij wel echt het beste voor met het geliefde familiebezit?