Om hem het vak te leren stuurt zijn vader hem naar Lübeck, naar een van de meest geavanceerde bedrijven van dat moment. Het is 1938. De vrouw die Dudok er ontmoet zal het ijkpunt van zijn leven worden.
Terwijl de aanhangers van het Rijk het Lübeckse straatbeeld meer en meer beheersen, raakt Dudok in de ban van Julia. Zij - vrij, lichtvoetig, moedig, onbevangen - maakt alles anders. Bij haar vergeet hij zijn angst voor de toekomst, zij tilt hem op, beheerst zijn bedachten, kruipt in de kieren van zijn ziel. Zij is de liefde van zijn leven. Maar Julia verkeert in gevaar en dwingt hem Duitsland te ontvluchten. Door haar te gehoorzamen, verliest hij haar.
In de jaren die volgen leidt Dudok uiterlijk het leven van een geslaagd man. Maar de sleutel tot zijn echte leven, tot de man die hij had kunnen zijn, ligt bij Julia. Pas lang na de oorlog ontdekt Dudok de waarheid over haar. Dan, tijdens een heldere zomernacht, neemt hij zijn lot in handen.
Julia is een sensitieve roman, prachtig van toon en sfeer, dreigend van ondertoon. Otto de Kat weet het innerlijk conflict van zijn hoofdpersoon op aangrijpende manier voelbaar te maken.