Een eindeloos droog gebied met bijna nergens schaduw. Bijna nergens water. Waar de zon brandt als vuur en de nachten ijskoud zijn. Met mensen die vroeger van de jacht leefden en in kleine groepen te voet rondtrokken. Die vruchten en wortels verzamelden en net genoeg water vonden om te overleven. De Hollanders uit de tijd van Jan van Riebeck (17e eeuw) noemden die mensen de Bosjesmannen. Wij noemen ze nu de Bushmen. Over hun leven en hun verhalen gaat dit boek.