Een volwassen man kijkt terug, door de ogen van het tienjarige jongetje dat hij toen was, op een korte periode in zijn leven, namelijk de periode vlak voor de staatsgreep die Argentinië in een dictatuur zou veranderen. Met zijn ouders en broertje moet hij op stel en sprong vluchten naar het platteland en een andere naam en identiteit aannemen. Dat wordt ‘Harry’, naar de beroemde verdwijnkunstenaar Harry Houdini. Harry voelt haarfijn aan dat er iets niet pluis is, maar kan het niet benoemen. Binnen de beperkingen van dit nieuwe leven proberen hij en zijn broertje en ouders een zo normaal mogelijk bestaan op te bouwen.