William Kane een schatrijke bankier. Abel Rosnovski (geboren Wadel Koskiewicz), een armoedzaaier. Beiden geboren in 1906. William stamt uit een bankiersgeslacht in Boston. Abel is in een Pools bos te vondeling gelegd, geadopteerd door een stropersgezin en later opgenomen in het kasteel van baron Rosnovski. William streeft ernaar de financiele prestaties van zijn vader te overtreffen. Abel probeert in Amerika tot maatschappelijk aanzien en publieke erkenning te geraken. William maakt zijn eerste miljoen in de effectenhandel, wordt directeur van de bank van zijn vader en huwt society-schoonheid. Abel begint zijn carrière als kelner in een Newyorks hotel, bezoekt de avondschool, krijgt kans een fortuin binnen te halen en trouwt een Poolse immigrante. Abel is genoopt financiele steun van William in te roepen. Dit loopt uit op een onherstelbare breuk tussen beiden. Er ontwikkelt zich een wederzijdse haat die de voedingsbodem vormt voor een confrontatie die de gehele financiele wereld op zijn grondvesten doet schudden.