Leon Kaplan, schrijver van negen geslaagde boeken, is in afwachting van de erfenis van zijn vader: een week voor zijn negenendertigste verjaardag zal hij de miljoenen ontvangen die 'Jood Kaplan', handelaar in schroot en afval, bij elkaar heeft gesappeld. Eigenlijk wil Leo de erfenis niet. Hij wil schrijven. Hij wil liefhebben. Hij wil het 'bange jongetje' dat in hem schuilt verjagen. Dat heeft hem beroofd van zijn grote jeugdliefde en - uiteindelijk - van zijn inspiratie. Negentien jaar nadat die heerlijke liefde kapot ging, reikt het leven Leon Kaplan, tijdens een reis naar Rome, de hand. De actie in deze uitzonderlijke liefdesroman voert de lezer van Amsterdam naar Caïro, van trapezewerkers naar gorilla's, van ernst naar hilariteit.
"De Winter heeft een intrigerend mooi boek geschreven." - De Limburger
"Een bijna ouderwets leesboek." - Haagse Post
"De Winter is altijd een virtuoos geweest in het construeren van een spannende intrige." - NRC Handelsblad
"De Winter heeft een intrigerend mooi boek geschreven." - De Limburger
"Een bijna ouderwets leesboek." - Haagse Post
"De Winter is altijd een virtuoos geweest in het construeren van een spannende intrige." - NRC Handelsblad