Zoals de Duitsers en Fransen de figuur van Karel de Grote in hun eigen historische pantheon hebben bijgezet, moest de grote Frank uiteraard ook opduiken als 'venster' in de historische Canon van Nederland. Maar de Frankische band met de Nederlanden gaat verder terug. Historicus Pieter Geyl meende zelfs dat de vestiging van de Franken in het gebied van Vlaanderen tot Gelre de basis vormde voor de gezamenlijke, Nederlandse geschiedenis van Noord en Zuid.
Hoewel Karel voortleefde in ontelbare geschriften, overleveringen, een eigen literair genre (de Karelepiek) en hij het zelfs tot heilige bracht, is zijn persoonlijkheid moeilijk te omlijnen. Die werd snel overwoekerd door de visies van zijn beschouwers: een overvloedige traditie die voortleeft tot vandaag. Karel de Grote, stamvader van Europa besteedt aan deze traditie de nodige aandacht.
Het boek volgt Karels bewogen leven, maar ook zijn grote voorvaderen, de woelige Merovingische periode waaruit ze voortkwamen, het snelle uiteenvallen van zijn rijk. Natuurlijk komen ook de 'hofacademie' onder leiding van Alcuinus aan bod, de paltsen (zoals Aken en Nijmegen), de bestuursinrichting, de befaamde 'Karolingische renaissance', Karels vrouwen en kinderen. Zelfs zijn fysiologie: de man die uitstak boven iedereen, deed dat ook in lichaamslengte.