Duitsland 1918, een land in ontreddering. In de eenzame uren in krijgsgevangenschap komt Karl alles te weten over de vrouw van zijn beste vriend. Als deze verder wordt gestuurd en Karl naar huis kan, besluit hij zich voor te doen als zijn vriend en naar Anna toe te gaan.
In eerste instantie is deze in verwarring. Ze is haar man trouw gebleven, wat je van veel andere vrouwen in de armoedige woonkazerne niet kan zeggen. Ze twijfelt of hij het is. Ze heeft Karl zo lang niet gezien, maar hij weet zo veel dingen van haar dat het eigenlijk haar man wel moet zijn.
Ze krijgen een relatie, ze raakt zwanger, maar dan komt haar man terug. Het onverwachte slot van deze roman uit 1929 maakt het boek tot een diepzinnige beschouwing over de aard en betekenis van de liefde tussen man en vrouw.