De tiener Jim Graham woont samen met zijn ouders in de Britse villawijk in Shanghai. Het gezin leidt een tamelijk onbezorgd leven, zelfs als de Japanners in 1937 China binnenvallen. Maar na vier jaar is het gebeurd met de beschermde status voor buitenlanders in de stad. Ook zij worden weggevoerd. In alle consternatie tijdens de verjaging uit de stad, verliest Jim zijn vader en moeder. De rest van de oorlog brengt hij zonder familie door in een Jappenkamp.