Sagal is achtentwintig en leidt als marketeer een leven in luxe. Ze leeft volgens een laconieke filosofie: 'De slang was de eerste marketeer – hij was degenen die Eva een appel verkocht.' Haar vriendin Diana worstelt met haar genderdysforie en wil weten waarom ze altijd dezelfde foute keuzes lijkt te maken. Ze voelt zich verraden omdat Sagal zonder haar medeweten een abortus heeft ondergaan. De nacht dat Diana haar verlaat, zoekt Sagal voor het eerst in tien jaar haar Somalische drugsverslaafde moeder op.