Elk boekje laat een selectie vrolijke diertjes zien. In het ene boekje ontdekt de peuter tamme beestjes die hij thuis en op de boerderij ziet; in het andere boekje komen de wilde beestjes uit de dierentuin aan bod. Op elke pagina staat één diertje met zijn naam erbij. Samen kijken naar de plaatjes en het benoemen van de diertjes stimuleert de taalontwikkeling van de peuter.