In de autobiografische roman Kind van alle landen geeft Keun een stem aan de tienjarige Kully, die met haar vader en moeder voor het uitbreken van WOII emigreert uit Duitsland. Haar vader, een drankzuchtige schrijver, verkeert permanent in geldnood en moet, nadat zijn boeken in Duitsland verboden zijn, zien rond te komen van het schrijven van krantenartikelen en de voorschotten van zijn buitenlandse uitgevers. Op zoek naar werk en geld neemt hij zijn gezin mee op een reis dwars door Europa die hen via Oostende, Brussel, Praag en Parijs naar New York brengt - en laat zijn liefdevolle vrouw en dochter veelal achter in hotels, samen met de rekening. Op kinderlijk naïeve, maar vertederende en humoristische wijze doet Kully verslag van hun avontuurlijke, maar ook rusteloze bestaan als emigranten in het vooroorlogse Europa. Kind van alle landen is een bitterzoet meesterwerk over hoop in een uitzichtloze tijd.