Lotte staat voor een groot woud. Om haar heen is het mistig. Ze voelt een grote angst voor het woud. Het liefste wil ze wegrennen, maar ze kan zich niet bewegen. Lotte voelt hoe ze naar het woud getrokken wordt. Automatisch begint ze te lopen.
Lotte von Wasser is een vrij normale tiener, afgezien van haar gave om emoties van anderen te voelen. Dan krijgt ze last van nachtmerries over een vreemd woud. Daarom wordt ze naar haar grootmoeder gestuurd die in het Zwarte Woud woont. Voor het eerst hoort ze dat ze eigenlijk een elf is. Lotte raakt verwikkeld in een strijd tussen goed en kwaad. Om die strijd te kunnen winnen, zal ze nog veel over zichzelf moeten leren, maar ook over de elfen om haar heen. Wat zijn de verhoudingen tussen de elfen en wie kan ze nu écht vertrouwen?