Een zinderend verhaal over vijanden, vriendschap en overleven.
Sen, de zoon van het Harati-stamhoofd, denkt dat zijn laatste uur geslagen heeft als hij gevangen wordt genomen door de Wilden, de aartsvijand van zijn volk. Maar de Kamarai – zoals de Wilden blijken te heten – hebben iets heel anders voor hem in petto: hij moet de plaats innemen van de zoon van het Kamarai-stamhoofd, die door de Harati is gedood. Hoezeer Sen zich ook verzet, hij heeft geen keuze en hij komt er langzamerhand achter dat de Wilden die hij zijn hele leven heeft veracht en gevreesd heel andere mensen zijn dan hij dacht, met heel andere ideeën over het leven en leiderschap dan de Harati eropna houden. Hij leert over onderling respect, over ergens bij horen en leven in harmonie met de natuur. Maar hij kan zijn volk toch niet verraden?
Ellen van Velzen, bekend van De Jonge Vlieger, heeft een verhaal geschreven waar de droge hitte vanaf slaat, waar je meegezogen wordt de Afrikaanse vlakten in, waar het leven hard is, maar ook ongekend mooi. Net als dit boek… ongekend mooi. Een aangrijpend boek over familie en trots en over schijnbaar onverenigbare werelden. Een boek over een wereld ver weg, en tegelijkertijd heel dichtbij.