Rond 1670 arriveerden de eerste Loogmannen uit Duitsland op het eiland De Kaag om te werken en een gezin te stichten, een kleine tweehonderd jaar voor de Haarlemmermeerpolder werd drooggelegd. De leden van het katholieke gezin zouden zich hierna bijna driehonderd jaar niet verplaatsen. Generatie na generatie bleef op het eiland wonen en probeerde onder moeilijke omstandigheden het hoofd letterlijk en figuurlijk boven water te houden. Het waren landbouwers, melkveehouders en kruideniers.
Anno 2019 leeft er nog één nazaat van deze grote familie in het ouderlijk huis en in de voormalige kruidenierswinkel, het Witte Huis op De Kaag. Hoe overleefde de familie al die eeuwen op dit kleine Zuid-Hollandse eiland en waarom trokken de leden van de laatste vooroorlogse generatie weg van het eiland?
Kristine Groenhart sprak met de overgebleven familieleden, dook in archieven, wandelde en stapte op de fiets. Ze observeerde, las dagboeken, verzamelde verhalen en schreef een familiekroniek over een groot gezin zoals je dat bijna niet meer tegenkomt.
Anno 2019 leeft er nog één nazaat van deze grote familie in het ouderlijk huis en in de voormalige kruidenierswinkel, het Witte Huis op De Kaag. Hoe overleefde de familie al die eeuwen op dit kleine Zuid-Hollandse eiland en waarom trokken de leden van de laatste vooroorlogse generatie weg van het eiland?
Kristine Groenhart sprak met de overgebleven familieleden, dook in archieven, wandelde en stapte op de fiets. Ze observeerde, las dagboeken, verzamelde verhalen en schreef een familiekroniek over een groot gezin zoals je dat bijna niet meer tegenkomt.