In de zomer van 1996 leert Michel van Egmond een verlegen voetballer uit Afrika kennen.
Zijn naam is Christian Gyan.
In de jaren die volgen ziet hij hem landskampioen worden en op een wonderlijke avond in 2002 zelfs de UEFA Cup winnen.
Jaren na die cupwinst ontmoeten ze elkaar weer. Gyan is dan net zijn baan verloren in de Rotterdamse haven, de plek waar hij aan een tweede toekomst werkte door er in alle vroegte zeecontainers te lossen. Maar hoewel al snel duidelijk wordt dat zijn levensgeluk aan nog veel meer kanten wordt bedreigd, blijft hij hoopvol.