In dit boekje vindt de lezer gedichten van Kaat de Jong, Annelies Vanherck, Rolf Clason, R.M. van Dobben, Martin Carrette, Tijl Nuyts, Rik Dereeper en Marcus Yrzun.
Hun verzen gaan over het ‘stemgeluid’ van de mug, echo’s tijdens een wandeling, klokken van de Oude Kerk, ‘grumkakelboezelen’ en ‘spuittatelplotsen’, een god die als een luie, gras kauwende cowboy achteroverleunt en fluit, sirenen, een ijzig kerstkoor, zwijgen, zomen en zoeven.