Een man loopt door de stad. Hij wandelt over de markt, langs een kiosk, loopt binnen bij IKEA het is een gewone dag, in een gewone stad. Dijkshoorn loopt met hem mee. En overal ziet hij kleine dingen. Een dode meeuw. Een lekke band. Een kartonnen doos. Hij denkt aan zijn jas, herinnert zich zijn helden en filosofeert over zijn favoriete vogeltjes. Aan het eind van de dag, is hij weer een dag verder maar de betekenis daarvan valt niet te onderschatten.