Hermann Hesse (1877-1962), Nobelprijswinnaar voor de literatuur in 1946, heeft met zijn meer fan drieduizend boekbesprekingen in zestig kranten en tijdschriften een duidelijk stempel gedrukt op het literaire leven van de eerste helft van de vorige eeuw. Nauwelijks was er een 'klassieker van de moderne tijd' verschenen, of Hesse had zijn recensie al klaar. Het is opvallend, welk scherp oog hij had voor de waardevaste werken, die hij schijnbaar moeiteloos uit de massa jaarlijks nieuw verschenen boeken selecteerde. Zijn grote belezenheid
en zijn ervaringen uit de eerste wereldoorlog, toen hij bijna een half miljoen Duitse krijgsgevangenen voorzag van literatuur, zijn daar ongetwijfeld debet aan. Zo behoort hij tot de vroegste promoters van Franz Kafkam Robert Walser,
Gide en omas Mann. Want Hesse recenseerde principieel uitsluitend werken, die hij karakteristiek en wezenlijk voor zijn tijd vond en die hij kon aanbevelen. Zijn literaire kritiek was altijd positief, nooit polemisch, over geringe kwaliteit wilde hij niet discussiƫren, het was zijn intentie om de lezer
tot een goed boek te verleiden. Deze recensies vormen het intellectuele pendant van zijn literaire werken, waarin analyse en synthese elkaar niet uitsluiten, maar juist nodig hebben. Deze bloemlezing geeft een doorsnee van zijn meest interessante besprekingen over werken uit de vroegste periode van de wereldliteratuur tot en met de moderne tijd. Samen vormen ze een kleine literatuurgeschiedenis.
en zijn ervaringen uit de eerste wereldoorlog, toen hij bijna een half miljoen Duitse krijgsgevangenen voorzag van literatuur, zijn daar ongetwijfeld debet aan. Zo behoort hij tot de vroegste promoters van Franz Kafkam Robert Walser,
Gide en omas Mann. Want Hesse recenseerde principieel uitsluitend werken, die hij karakteristiek en wezenlijk voor zijn tijd vond en die hij kon aanbevelen. Zijn literaire kritiek was altijd positief, nooit polemisch, over geringe kwaliteit wilde hij niet discussiƫren, het was zijn intentie om de lezer
tot een goed boek te verleiden. Deze recensies vormen het intellectuele pendant van zijn literaire werken, waarin analyse en synthese elkaar niet uitsluiten, maar juist nodig hebben. Deze bloemlezing geeft een doorsnee van zijn meest interessante besprekingen over werken uit de vroegste periode van de wereldliteratuur tot en met de moderne tijd. Samen vormen ze een kleine literatuurgeschiedenis.