Toen Nadia de Vries nog een meisje was kreeg ze te horen dat ze misschien nooit volwassen zou worden. Na eindeloze ziekenhuisonderzoeken en een even lang verblijf bleek dat ze systemische mastocytose had, een zeldzame ziekte die soms ontaardt in een agressieve vorm van leukemie, zo goed als dodelijk. Ze deed een stapje terug van de wereld. ‘Normale’ mensen moesten nadenken over wat ze gingen studeren, waar ze gingen wonen en wat voor baan ze zouden krijgen, maar niet zij. Haar leven speelde zich af voor de tv met doosjes kipnuggets en haar favoriete kattenboek. Tot ze als puber hoorde dat ze genezen was verklaard. Ze zou dus toch leven. Maar hoe dat precies moest, had ze nooit geleerd. Hoe vind je een plek in een wereld waaraan je nooit hebt deelgenomen, en hoe pik je de draad weer op na een traumatische gebeurtenis?
Fast forward. Jaren later krijgt De Vries een andere diagnose: zware depressies en zelfmoordneigingen blijken het gevolg te zijn van een persoonlijkheidsstoornis. Dat is ook een ziekte, maar waarom worden ziektes van het lichaam serieuzer genomen en anders behandeld dan ziektes van het hoofd? Vanuit persoonlijke interesse en ervaring als ernstig zieke aspirant-zelfmoordenaar, wetenschapper, schrijver en dichter onderzoekt Nadia de Vries wat ziekte betekent voor iemands identiteit en hoe de wereld op haar beurt kijkt naar mensen die afwijken: te dik, te dun, ongezond, instabiel, of lichamen die op een andere manier ‘anders’ zijn. En wat zegt die blik over medeleven, menselijkheid en ieders recht op een eigen plek hebben in de wereld? Dit boek is veel meer dan een persoonlijk verhaal, maar ook een verkenning van hoe de samenleving omgaat met haar zwakkeren.
OVER DE AUTEUR
Nadia de Vries (1991) bracht eerder de Engelstalige dichtbundel Dark Hour uit bij de Britse uitgever Dostoyevsky Wannabe en veroverde daarmee internationale podia. Werk van haar werd vertaald in het Spaans, Pools en Duits. Ze trad op in Londen, New York en Los Angeles en vond ze haar plek in een levendige, spannende literaire wereld. Eerder bracht ze ook de bloemlezing Sisternhood uit met werk van nieuwe, vrouwelijke Europese auteurs. In Nederland schreef ze eerder essays voor De Gids en nY. Momenteel werkt ze aan een proefschrift over het menselijk lichaam in digitale cultuur.
Fast forward. Jaren later krijgt De Vries een andere diagnose: zware depressies en zelfmoordneigingen blijken het gevolg te zijn van een persoonlijkheidsstoornis. Dat is ook een ziekte, maar waarom worden ziektes van het lichaam serieuzer genomen en anders behandeld dan ziektes van het hoofd? Vanuit persoonlijke interesse en ervaring als ernstig zieke aspirant-zelfmoordenaar, wetenschapper, schrijver en dichter onderzoekt Nadia de Vries wat ziekte betekent voor iemands identiteit en hoe de wereld op haar beurt kijkt naar mensen die afwijken: te dik, te dun, ongezond, instabiel, of lichamen die op een andere manier ‘anders’ zijn. En wat zegt die blik over medeleven, menselijkheid en ieders recht op een eigen plek hebben in de wereld? Dit boek is veel meer dan een persoonlijk verhaal, maar ook een verkenning van hoe de samenleving omgaat met haar zwakkeren.
OVER DE AUTEUR
Nadia de Vries (1991) bracht eerder de Engelstalige dichtbundel Dark Hour uit bij de Britse uitgever Dostoyevsky Wannabe en veroverde daarmee internationale podia. Werk van haar werd vertaald in het Spaans, Pools en Duits. Ze trad op in Londen, New York en Los Angeles en vond ze haar plek in een levendige, spannende literaire wereld. Eerder bracht ze ook de bloemlezing Sisternhood uit met werk van nieuwe, vrouwelijke Europese auteurs. In Nederland schreef ze eerder essays voor De Gids en nY. Momenteel werkt ze aan een proefschrift over het menselijk lichaam in digitale cultuur.