Brieven aan Karel van het Reve bevat de brieven van Maarten Biesheuvel aan de door hem intens bewonderde Karel van het Reve (1921–1999). De kiem van hun vriendschap werd gelegd begin jaren zestig, toen Biesheuvel bij Karel van het Reve colleges Russische literatuur volgde. In de brieven en ansichtkaarten, met flinke tussenpozen geschreven tussen 1970 en 1996, vertelt Biesheuvel zijn ‘oudste en trouwste toeverlaat’ wat hem bezighoudt en zet hij zijn wereld- en denkbeelden en literatuuropvatting uiteen. Ook houdt hij Karel (‘God’) op de hoogte van de vorderingen van zijn schrijfproces en vraagt geregeld om zijn mening: ‘Waar blijft verdomme jouw kritiek?’ Fragment: ‘Vaak, heel vaak val ik je in gezelschappen aan op je geschriften. Het spijt me geenszins, zoiets moet jij van een vriend kunnen begrijpen en dulden. Waarom zou ik alles waar vinden wat jij doet?’