'Kom Atir, kom' is een historische roman op basis van een waargebeurd verhaal uit 1827 over de legendarische voetreis van Marseille naar Parijs om de giraf Zoraféh - een geschenk van de pasja van Egypte - naar de Franse koning te begeleiden.
Deze eerste giraf in Frankrijk was een diplomatieke geste van Pasja Mohammed Ali aan koning Karel X, om de gemoederen te sussen vanwege de gespannen verhouding tussen Griekenland en het door de pasja ondersteunde Ottomaanse Rijk.
In de roman 'Kom Atir, kom!' van Agnita de Ranitz vindt tijdens de 42 dagen durende reis een opmerkelijke ontwikkeling plaats in de relatie tussen twee mannelijke hoofdpersonen die de giraf begeleiden. Ze zijn totaal verschillend van karakter, temperament en achtergrond. De een is de 55-jarige Fransman Etienne Geoffroy Saint-Hilaire, gerenommeerd zoöloog op leeftijd, katholiek en bekend met het mondaine Parijse leven. De ander is Atir uit Afrika, een jonge man in de kracht van zijn leven, opgegroeid in een Soedanees dorp, voormalig slaaf, dierenverzorger en moslim.
De voettocht van bijna 900 kilometer verloopt niet zonder avonturen en incidenten. Van heinde en verre komen mensen het 'vriendelijke monster' aanschouwen. In Lyon zijn er volgens de kranten 30.000 mensen op de been.
Een bont gezelschap van dieren en begeleiders, waaronder de bedoeïen Hassan, loopt over wegen, door dorpen en steden, geflankeerd door een niet te stuiten mensenmassa die van verre het wonderlijke dier uit Afrika komt aanschouwen.