Op een koude winternacht ligt de vriendelijke os in zijn stal naast
de herberg. Andere dieren, die een slaapplaats zoeken, komen ook
een kijkje nemen. In het begin zijn ze allemaal wat angstig, maar al
snel worden ze door de os gerustgesteld.
'Kom er maar bij,' zegt de os. Een vermoeide ezel nadert de warme stal,
ook hij is op zoek naar een plekje voor de nacht. Hij heeft twee mensen bij zich,
Maria en Jozef. Die nacht wordt er, temidden van alle dieren, een kindje geboren.