Dit is het verhaal van toen Congo nog gewoon Kongo met hoofdletter K heette. Een relaas uit een periode toen men nog geloofde dat kolonisatie vooruitgang betekende en blanken nog een heel andere kijk op zwarten hadden. De hoofdrollen zijn weggelegd voor Brusselaars. Voor Albert Thys, de man die 33 koloniale compagnies stichtte, Joseph Conrad naar the Heart of Darkness haalde en de eerste spoorweg in Kongo aanlegde. Voor burgemeester Karel Buls, die Thys zijn spoorweg mee inhuldigde. Voor journalist Camille Verhé van Het Laatste Nieuws, die in diens kielzog meereisde. Maar er is ook een zekere Marguerite waarop zowel Conrad als Buls verliefd zijn. Plus, niet vergeten: Pieter van den Broecke, die al in 1608 (!) naar Kongo reisde en schreef over zijn ontmoetingen met mens (over de zus van de koning van Kongo: 'ontbood mij om bij haar te slapen') en dier (over gorilla's: 'kunnen niet spreken, lopen naakt'). Tot slot is er nog een geradicaliseerde bourgeois, Maurice Calmeyn, een van de eerste radicale critici van de Kongo-Vrijstaat. En Stanley, vraagt u? Hij krijgt maar een bijrol. Voor een sensatiejournalist en koloniale held volstaat dat.