De vroegmiddeleeuwse wereld was anders dan de periode er na die hoofse minstrelen bezongen. In de periode tussen 406 en 923 na Christus vochten koningen en krijgsheren van Germaanse stammen de ene dynastieke twist na de andere uit. Toch is het onzin dit een ?duistere tijd? te noemen. Eerder was het een periode van grote verandering waarin zich een nieuw elan aftekende: een tijdperk van staatsvorming waarin onze streken een belangrijke rol speelden. De Lage landen maakten deel uit van het Frankische rijk. Het gebied van het huidige Belgi? en Nederland was de kraamkamer van het imperium dat de grootste soevereine entiteit in West-Europa sinds de Romeinen zou worden.
Nu zeggen de namen van Frankische vorsten als Karel de Grote en misschien Pippijn de Korte sommige mensen nog iets. De auteur schetst het optreden van alle Frankische heersers in de Nederlanden. Hij vertelt aan de hand van de weinige bronnen de lotgevallen van de machthebbers en hun relatie met de Lage Landen en wat dat verband inhield voor Europa. Van der Tuuk verzamelde tevens een unieke collectie foto?s en prenten van artefacten, schilderijen en gebruiksvoorwerpen van de Franken in de Nederlanden, die bewaard zijn gebleven. Een uniek boek.