'Pierre Michon heeft de (terechte) reputatie veel van zijn lezer te eisen, en men houdt hem voor saai (wat hij niet is),' aldus Michel Houellebecq. In zijn roman De kaart en het gebied beschreef hij Michons geboortedorp Châtelusle- Marcheix. Een eerbetoon? Nee, het bleek louter toeval, zo leerde navraag bij de schrijver. Maar Houellebecq bewondert Michon wel degelijk, zoals vele Fransen en een groeiend aantal Nederlanders en Vlamingen met hem. Nog dit jaar kreeg Michon de Marguerite Yourcenar-prijs voor zijn gehele oeuvre toegekend.
Dankzij Rokus Hofstede is dat oeuvre vrijwel integraal in Nederlandse vertaling beschikbaar. Hofstede vertaalde alle hoofdwerken van Michon, waaronder Roemloze levens (2001) en De Elf (2011), beide fascinerende mengelingen van feit en fictie. Van het weinige nog onvertaalde is Corps du Roi, bekroond met de prestigieuze Prix Décembre, verreweg het belangrijkst. Ook in dit boek zijn
historische feiten de aanleiding voor Michon om er op fabelachtige wijze op los te fantaseren.
Koningslichamen bevat vijf verhalende essays waarin schrijvers en het kunstenaarschap centraal staan: over Faulkner, over Flaubert, over een gedicht van Victor Hugo en de paar keer in zijn leven dat Michon besloot te bidden, over Beckett en over een Arabisch jachttraktaat.