1164. De jonge strijder Saladin sluit zich aan bij het Saraceense leger, dat op weg is naar Egypte. Daar wordt hij omgeven door vijanden en geplaagd door een geheim dat hem kapot dreigt te maken. Ondertussen is Saladins beste vriend, oud-kruisvaarder John van Tatewic, tot verrader uitgeroepen. Nadat hij executie ontloopt op voorwaarde dat hij Koning Amalric gaat dienen, raakt hij verwikkeld in geheimzinnige intriges aan het hof.
Donkere krachten in Jeruzalem zweren samen om een gooi naar de troon te doen. Dat is het startschot voor de strijd om Egypte en het Heilige Land, een confl ict dat zal woeden van de duinen in de Sahara tot aan de muren van Alexandrië, van de op de bergtop liggende citadel van de dodelijke Hashashin tot aan de vlakte van Montgisard, slechts enkele mijlen van Jeruzalem vandaan. Strijdplannen worden beraamd en dit keer zullen Saladin en John als vijanden tegenover elkaar staan.