Koopman in de Gouden Eeuw is een spannend beschreven familiedrama rond de Amsterdamse koopman Marnix van Ditselaer. Het speelt zich af tussen 1600 en 1650. In die tijd is de Nederlandse Republiek een zeemacht van allure, waar andere naties ontzag voor hebben. Amsterdam is een snelgroeiende wereldstad, waar mensen van allerlei nationaliteiten, rangen en standen te vinden zijn. Marnix van Ditselaer is rond 1597 gevlucht voor de Spaanse overheerser, vanuit Wallonië naar Amsterdam. Daar zet hij een goedlopende graanhandel op. Hij krijgt drie zonen. De oudste - Egbert - is voorbestemd om zijn vader op te volgen. Hij is zich hier terdege van bewust. Zijn jongere broers - Coenraad en Rogier - hebben geen interesse in het zakenleven, maar identi ceren zich met de gewone man. Coenraad wordt leerling van een middelmatige kunstschilder in Amsterdam. Rogier vertrekt naar Zaandijk, waar hij als knecht in een houtzaagmolen gaat werken. Als hij een jaar of twintig is, komt Egbert bij toeval te weten dat zijn vader het plan heeft om op termijn het bedrijf onder zijn drie zonen te verdelen. Om dit te voorkomen neemt Egbert zich voor, zijn broers op een geschikt moment om te brengen of uit te schakelen. Hij heeft allerminst haast bij de uitvoering daarvan - maar het verdwijnt nooit uit zijn gedachten. Tot er zich een paar uitgelezen kansen voordoen om van hen af te komen...