Hartevelds bijdrage omvat de correspondentie tussen een Zwolse ingenieur en een
Russische havenarbeidster uit de periode 1951-1953. Zestig jaar later schrijft Snijders brieven aan Harteveld over de IJssellinie, het geheime verdedigingswerk dat ons tegen de Russen moest beschermen in de beginjaren van de Koude Oorlog.
'Liefste Pieter,
Ik moest zo lachen toen je schreef dat je op je werk liep te fluiten op
de gang! We hebben in Rusland de gewoonte om binnenshuis niet te fluiten.
Het brengt ongeluk. Wie binnenshuis fluit, verliest wat hij bezit. Je fluit
omdat je gelukkig bent en dat brengt juist ongeluk, mijn God, wat heeft
het lot nog meer voor ons in petto?'
Dit is het begin van een brief van Klazina Borisovna Makarova aan Pieter Kottier. Opgetekend door Erik Harteveld in zijn roman over de bouw van de IJssellinie. Het is een verhaal over oorlogsangst en liefde die ontstaat in de schaduw van intriges en spionage. Harteveld kan heel goed roeren in dit potje. Bovendien komt de lezer interessante dingen te weten over het Rusland van de jaren vijftig. Niet alleen dat een Rus niet fluit binnenshuis, maar ook dat in de trolleybus de passagier die het dichtst bij het kaartjesscheurapparaat staat, het geld in ontvangst neemt en de kaartjes uitdeelt.
A.L. Snijders
A.L. Snijders beschrijft in dit boek zijn angst voor het onzegbare dat ons onverhoeds kan overvallen. Zomaar. Bij stil weer. Wij kunnen zonder voorbericht ten prooi vallen.Het kan elk moment te laat zijn. Angst als levenshouding. Strijdgas met de geur van nieuw linnen, plotselinge overstroming, verdwaalde kogels. Wordt deze angst beloond? Ja, met opluchting. Elke keer weer. Steeds opnieuw angst, steeds opnieuw opluchting in een macabere dans op aanzwellende muziek. Snijders is een kind van de Koude Oorlog. Een angstig kind. Wie kan hem helpen als de tijd het niet doet? Ik niet, ik zit barstensvol branie en bravoure. Ik tart alles wat mij bedreigt. Dat maakt ook mij een kind van de
Koude Oorlog. Een argwanend kind. Jammer.
Erik Harteveld