Gabriël is na het overlijden van zijn vader Rudy, zijn moeder Ethel Portnoy en zijn zuster Hepzibah een van de laatsten van het illustere geslacht der Kousbroeken. Het is tijd om de balans op te maken. Dat doet hij als professioneel tekenaar én als de schrijver die hij door zijn bloedbanden natuurlijk ook is. Eerlijk en genadeloos schildert Kousbroek zijn ouders en de met hen bevriende schrijvers en vertelt hij over de opmerkelijke incidenten uit zijn jeugd. Waar bloed is, is vuur. De Nederlandse cultuur heeft er een nieuwe Kousbroek bij.