Prokop vindt een explosief uit dat vele malen krachtiger is dan dynamiet en een aantal merkwaardige eigenschappen heeft. Hij noemt het ‘krakatiet’, naar het eiland Krakatau dat in 1883 door een vulkaanuitbarsting werd weggevaagd. Als de belangstelling groeit voor dit nieuwe explosief, begint voor Prokop een lange en hallucinerende tocht die hem onder meer naar een gesluierde vrouw en een aanbiddelijke prinses voert. Het spontane ontploffingsgevaar van die liefdes blijkt net zo groot als van zijn eigen uitvinding.
In deze roman uit 1924 laat Capek, net als in zijn roman Oorlog met de Salamanders, op vrolijke wijze een wereld van ongebreideld geloof in vooruitgang zien. Maar dat vooruitgangsgeloof kan uiteindelijk de wereld vernietigen