Niet mama, papa, auto of beer, maar sorry. En dat is maar goed ook, want ik heb dat woord vaak nodig gehad. Ik vloek nogal veel. Dat is niet mijn bedoeling en daarom zeg ik sorry, voor alles wat geweest is en ook voor alles wat komen gaat.'
Maartje Wortel (1982) schuwt de meest ijzingwekkende onderwerpen niet. Hoewel haar toon meestal laconiek en registrerend is, hangt er steeds een onbestemde dreiging. Wortel zoekt in haar proza voortdurend naar grenzen, die ze vervolgens doorbreekt. Haar werk blinkt uit door humor, een scherp observatievermogen en het talent met weinig woorden veel te zeggen.