Marita Mathijsen laat zien dat die verandering gevolgen had voor de literatuur. Neolatijnse dichtbundels verschenen nog slechts bij uitzondering. Maar de fascinatie voor de klassieken bleef. De Tachtigers lieten zich bijscholen in het Latijn. Ze verwezen in hun gedichten naar klassieke schrijvers en mythologie. De feniks herrees – maar in een andere gedaante. Renaissance?