September 1969: Kross' alter ego Jaak Sirkel is erin geslaagd vanuit Sovjet-Estland voor enkele dagen naar Zweden te reizen. Op zijn Stockholmse kamer gaan zijn gedachten terug naar de jaren 1938-1942: de jaren waarin hij in de stad Tartu rechten studeerde, maar die tevens een dramatische periode in de geschiedenis van Estland markeren. In 1938 sluit Sirkel zich als eerstejaarsstudent aan bij een studentenvereniging, waar hij bevriend raakt met zijn mentor, Indrek Tarma.
Vrij van spanning is de relatie echter niet, want Sirkel is heimelijk verliefd op Tarma's vriendin Riina. Als Estland in 1940 door de Sovjet-Unie wordt verslonden, belandt Tarma in de gevangenis. Werd hij verraden? Sirkel en enkele vrienden besluiten de wijk te nemen naar het platteland. De komst van de Duitse troepen in 1941 maakt een terugkeer naar Tartu mogelijk. Ondertussen worstelt Sirkel onverminderd met zijn gevoelens voor Riina. Hij wacht het einde van de Duitse bezetting en de hernieuwde komst van de Russen niet af. zijn herinneringen eindigen met een dramatische ontdekking en zijn daaropvolgende vlucht naar Tallinn. Over Tarma's lot verneemt hij pas later.