Dit tweede deel beslaat de periode 1700 – 1900, en biedt een bont mozaïek aan gebeurtenissen en ontwikkelingen. Galeano koos er namelijk voor de geschiedenis in honderden op zichzelf staande fragmenten te vertellen. Daarvoor hanteerde hij bovendien andere bronnen dan een evenementieel historicus normaliter doet. Voor Galeano waren volksverhalen belangrijk, en dagboeken, net als krantenadvertenties waarin de prijzen van de slaven vermeld staan.