Het debat over de dekolonisering van onze openbare ruimte is ook in ons land niet meer te stoppen. Maar over de Belgische kunst in het algemeen en art nouveau in het bijzonder blijft het voorlopig stil. Dat is vreemd: de peetvader van art nouveau luisterde naar de naam Leopold II en de zoogmoeder was Kongo. De stroming – in Brussel ook gekend als Style Poulink of palingstijl – beleefde zijn hoogdagen tussen 1894 en 1910. Alles begint met de Wereldtentoonstellingen in Antwerpen en Tervuren. Art nouveau moet duidelijk maken welke rijkdom de kolonie in de aanbieding heeft. Kunstenaars krijgen gratis tropisch hout, ivoor en andere materialen ter beschikking, veel van hun mecenassen zijn bovendien beheerders van koloniale maatschappijen. Een verhaal over de familie Solvay, de band tussen Henry Van de Velde en Stanley, en het majestueuze Hôtel Van Eetvelde. Met achteraan het boek wandelingen in Brussel, Oostende, Antwerpen en Blankenberge.