Als Sarah dertien is gaan haar ouders plotseling scheiden, en voor het eerst voelt ze paniek. Ze probeert haar groeiende angsten te bezweren door naar Amsterdam te verhuizen en de beste regisseur te worden die er bestaat, en ze werpt zich met overgave in het glamourleven. Op haar zesentwintigste stort ze volledig in: burn-out. In de stilte die volgt gaat ze terug naar haar wortels: maar hoe vind je jezelf weer als je zo ver van huis bent geraakt?
In beeldschone poëtische en krachtige taal en met verpletterend inzicht tekent Sarah een intiem portret waarin velen zich zullen herkennen. De kunst van het verdwijnen gaat over wie we zijn, en wat ons verbindt. En over hoe we ons hoofd boven water houden in deze hectische, anonieme tijden.