In De weg naar Voorgoed, het eerste deel van de trilogie, zijn de Hamelaars terechtgekomen in een wereld waar nog geen mens is geweest. Op zoek naar de terugweg naar Hamelen ontmoeten zij reuzen in elk formaat, vloekende kippen en venijnige pompoenen. Er is een monster met een trui van oneindige wol, een onzichtbare hofdame van Lekkere luchtjes, en een beëdigd stuk Zeep dat bij Rijksveiligheid werkt. Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, meneer? is een reeks die over niets gaat; hooguit per ongeluk over alles.