Hoe goed ken jij je moeder echt?
Vijf jaar geleden werd het leven van de familie Kaakmans op zijn kop gezet door de verdwijning van de zesjarige Colin. Met moeite houden ze zich staande, tot het ondenkbare gebeurt. Langzaam begint het gezin uit elkaar te vallen.
Terwijl dochter Christina, inmiddels achtentwintig, naar de drugs grijpt vanwege een knagend schuldgevoel, begraaft vader Harm zich in zijn werk en ligt moeder Ellen dagenlang ziek op bed.
Maar er is nog iets aan de hand met Ellen. Iets vreemds. En hoe meer Christina ontdekt, hoe meer ze begint te vrezen voor haar leven.
Tamara Geraeds (1981) werkt naast auteur als freelance docent Engels, Nederlands en creatief schrijven, en als redacteur voor verschillende uitgeverijen. Het schrijven zat er al jong in. Op haar 6e schreef ze haar eerste gedichtje en op haar 15e begon ze aan haar eerste boek. In 2012 verscheen haar debuut Nergens bij Uitgeverij Kluitman Alkmaar en inmiddels zijn er al 7 boeken van haar hand verschenen.
Tamara geeft haar lezers graag een belangrijke boodschap mee. Zo verscheen in 2017 haar eerste boek voor volwassenen, Echo, dat op heftige wijze het onderwerp kindermisbruik- en mishandeling aan de kaak stelt. Het boek ontving zeer lovende kritieken.
Ook Kwelling draagt een boodschap uit, over het verwerken van verdriet en de steun die daarbij zo belangrijk is.
Tamara is beschikbaar voor workshops en signeersessies in boekhandels en bibliotheken. Meer info: tamarageraeds@home.nl.
Fragment:
Een kreet ontsnapt uit mijn mond als ik haar zie staan, voor het bed, met één schoen in haar hand en de andere aan haar voet. Ze schrikt bijna net zo erg als ik en kijkt een beetje hulpeloos naar de schoen in haar hand.
‘Waar ben je geweest?’ val ik met de deur in huis.
Even flikkert er paniek in haar ogen. ‘Nergens.’ Met ongeduldige bewegingen begint ze haar andere schoen uit te trekken.
En dan zie ik het. Het glinstert in het licht van de ganglamp. Ik kan er mijn blik niet van losrukken.
Bloed. Zonder twijfel. Spetters op de zijkant van haar schoen.
Ergens achter in mijn hoofd zegt een klein stemmetje: Misschien is ze weer gewond geraakt? Maar ik weet dat dat niet waar is. Ik weet het, omdat ik het mes zie liggen, half weggemoffeld onder het bed, maar nog net in het zicht. Het heeft een smalle rode streep achtergelaten op het tapijt.