Verklaring van Psalm 118
In het jaar 1530 verbleef Luther op de Coburg. Het was een moeilijke periode in zijn leven, maar hij putte moed uit troostrijke verzen in de Psalmen. Die had hij met krijt op de wand van zijn kamer geschreven. In het bijzonder vond Luther troost in de woorden uit Psalm 118: 'Ik zal niet sterven maar leven, en ik zal de werken des HEEREN vertellen.' Hij schreef er zelfs de noten bij.
Over deze Psalm schreef Luther een vers-voor-vers-verklaring. Een belijdenis en tegelijk een lofzang. In dit geschrift stijgt hij uit boven de gebeurtenissen van zijn dagen. Er is uiteindelijk maar één realiteit in dit leven, de realiteit van het geloof. De rechtvaardige zal door het geloof leven. En dat geloof wordt beproefd ...
Deze uitgave is vertaald en ingeleid door ds. P. den Ouden.