Aan het einde van zijn lange leven heeft hij zijn herinneringen aan die schrijvers te boek gesteld. Aan Gerard Kornelis van het Reve, die hij als 18-jarige ontmoette in het café van Bet van Beeren op de Zeedijk, aan W.F. Hermans en Jan Wolkers. Aan Heere Heeresma, die net als Luijters regelmatig de trap van uitgever Thomas Rap beklom; aan Theo van Gogh, Tim Krabbé, Martin Bril, Jules Deelder, Theo Kars en Arie Visser, aan K. Schippers en Barbarber, aan Remco Campert, Marga Minco en Mensje van Keulen, aan Propria Cures en Playboy. Een rijk leven zorgt voor rijke herinneringen, waarin ook zijn favoriete schrijvers Jane Austen, Vladimir Nabokov, Arthur Rimbaud, Emily Dickinson en Georges Perec hun rol spelen.
‘Laatste brood/ verlaat mij nooit/ in mijn leven en mijn dood,’ zei hij als jongetje voor hij op zijn laatste knikker spuugde om het spel voort te zetten. Zoals hij dat nu in zijn herinneringen doet. Want zelfs op de valreep is het spel niet uit.