Brunet valt op zijn knieën. Hij weet nu dat hij verloren heeft, toch zal hij doorgaan tot het eind, hij schuift zijn handen onder Vicarios' rug, hij wil hem optillen en in zijn armen meedragen. Vicarios duwt hem weg, Brunet laat zich niet ontmoedigen, ze worstelen zonder dat ze elkaar kunnen zien: opeens kotst Vicarios hem over zijn handen, Brunet laat hem los, hij valt weer neer. Daarboven is het sprookjesbal, de boomstammen dansen in het licht. Brunet brengt zijn gezicht dichter bij dat van Vicarios.
'Vicarios!' zegt hij smekend.
'Donder op!' zegt Vicarios. 'Het is allemaal jullie schuld.'