In dit boek maakt de lezer kennis met Arthur Ducroo, alter ego van de schrijver. De hoofdvraag die hij zich stelt: wie ben ik en hoe ben ik zo geworden, beantwoordt hij door het schrijven van Het land van herkomst voor Jane, zijn geliefde. Hierin geeft hij zich afwisselend rekenschap van hun feitelijke leven in Parijs, 1933, en van zijn verleden op het eiland Java uit het begin van de twintigste eeuw.
Het is geen traditionele roman: verhalen, beschouwingen, herinneringen en talloze gesprekken met vrienden en kennissen, authentiek dan wel gebaseerd op briefwisselingen, geven een caleidoscopisch beeld van Ducroo/Du Perron.
Het is ook een sleutelroman waarin collega-schrijvers als Ter Braak, Greshoff, Malraux en Pascal Pia, maar ook Indische vrienden en vriendinnen, familieleden, onderwijzers en tegenstanders van Du Perron onder doorzichtige schuilnamen voorkomen.