Willem en Henriëtte Ballast vormen met hun vier kinderen een doorsnee-gezin tot de dag komt dat Willem betrapt wordt op het verduisteren van geld van zijn baas. Hun leven verandert ingrijpend. Willem is zijn baan kwijt, ze moeten verhuizen, financieel wordt alles onzeker. Van een gelukkig huwelijk is geen sprake meer; vrienden blijken geen vrienden te zijn. Hun band met de kerk ver-dwijnt. Ze worden het middelpunt van roddel. Henriëtte valt ten prooi aan schaamte, bitterheid en wanhoop; ze beseft dat het zo op een scheiding zal uitlopen. Als een schaduw lijkt het verleden hen te achtervolgen, en niemand heeft in de gaten hoe ze hunkeren naar een toegestoken hand. Of kijken ze soms niet goed?