Derde bundel dierenverhalen van de in 1988 met de Gouden Griffel bekroonde dichter/huisarts (Toen niemand iets te doen had). In 19 verhalen van 1 tot 3 pagina's worden ontmoetingen en gesprekken beschreven tussen dieren, die als gelijkwaardige 'personen' met elkaar omgaan. Allerlei combinaties komen voor, bijv. slak en olifant, potvis en meeuw, walrus en kikker. Alleen de combinatie eekhoorn en mier komt vaker voor. De verhalen gaan over onvervulde wensen en diepe verlangens, over brieven krijgen en geheimen bewaken, over gelukkig zijn en over het vergeetboek. Soms is er een duidelijke symboliek, soms roept een verhaal alleen maar de sfeer op van vriendelijke onderlinge contacten in een zeer beperkt wereldje. De kleurenlino's van Mance Post passen zeer goed bij die sfeer, maar geven er ook iets extra's aan. Hoewel voor kinderen uitgegeven, zijn de verhalen ook voor volwassen fijnproevers te genieten. Vanaf ca. 10 jaar.